Het AVB Examen

Het AVB motorexamen voor voertuigbeheersing bevat 12 oefeningen die iedere motorrijder in spe onder de knie moet krijgen. De 12 oefeningen zijn ingedeeld in 4 clusters en hebben voor de leerling als doel dat hij of zij kan demonstreren dat het voertuig beheerst wordt.
Zowel bij een hoge als bij een lage snelheid waarbij bijvoorbeeld het goed kunnen remmen ook een van de aspecten is.
In totaal laat je bij het examen 7 oefeningen zien welke allemaal even zwaar meetellen.

De 4 oefeningen die in ieder geval getoetst zullen worden tijdens het AVB examen zijn:

  • Achteruit parkeren
  • Langzame slalom
  • Uitwijkoefening
  • Noodstop

Van de overige oefeningen kiest de examinator van het CBR er tijdens het AVB examen 3 willekeurig uit. De keuze wordt gemaakt uit de volgende oefeningen: denkbeeldige achthalve draaiwegrijden uit parkeervakstapvoets rechtdoor rijdensnelle slalomvertraginsoefeningstopproefprecisiestop.
Je mag elke oefening die je niet goed uitvoert maximaal 1 keer herkansen.

Hieronder een overzicht van het aantal AVB oefeningen die je moet aanleren voor het motorexamen.

Praktijkexamen motor

Wanneer mag je praktijkexamen motor doen?

Vanaf 18 jaar mag je bij het CBR motorexamen voertuigbeheersing en motorxamen verkeersdeelneming doen op een lichte motor (A1). Vanaf 20 jaar mag je motorexamen doen op een middelzware motor (A2). En vanaf 21 jaar op een zware motor (A).

Hiervoor gelden verschillende eisen. En je moet gezond genoeg zijn verklaard om veilig te kunnen rijden.